Vier het leven

8 januari 2015 - Boven Suriname, Suriname

'Hoe kunnen die huizen lopen?' Vroeg Don zich af toen hij voor het eerst aankwam in Atjoni. Atjoni is het einde van de 'ontwikkelde wereld'  van Suriname. De laatste plek waar je nog cola kunt kopen voor je met je boot de binnenlanden in vaart. Don was 15 toen hij voor het eerst vanuit het binnenland naar Atjoni was gevaren. Hij keek zijn ogen uit en vond het stiekem doodeng toen hij in een 'rijdend huis' verder over de weg naar Paramaribo ging. 

Nu is Don 25 en gids. Hij neemt toeristen mee naar de plek waar hij opgroeide. Eerst 3,5 uur met de auto en dan nog 4 uur varen. Daar diep in het oerwoud, langs de rivier hebben vanaf 1700 gevluchte slaven, Marrons, hun dorpjes gesticht. Met gevaar voor eigen leven waren deze mensen gevlucht voor de blanken die hen gebruikten als menselijke machines op de plantages. Ze liepen wekenlang door de bossen en over de bergen. Onderweg naar Afrika. Tot ze besloten een dorp te bouwen langs de rivier, diep in de jungle. Waar de blanken hen niet zouden vinden. Zo ontstond er een nieuwe bevolkingsgroep met een nieuwe cultuur, nieuwe taal, eigen religie, eigen eten, eigen rituelen en eigen kledingdracht. 

Soms vertrekt er iemand richting de stad. Sommigen blijven daar, anderen keren terug met mooie verhalen en spannende spullen. De nieuwe spullen beïnvloeden het leven in de marrondorpen, maar bieden ook nieuwe mogelijkheden. En doordat de afstand met de stad groot is, kunnen de Marrons hun eigen tradities goed in stand houden. De vrouwen werken op de kostgrondjes, doen de was in de rivier en koken drie keer per dag een heerlijke maaltijd. De mannen vissen, gaan op jacht en klussen. De kinderen spelen in het water of gaan met de schoolboot naar de school een paar dorpen verderop. Ze geloven in de 'Grote God' die je kunt eren via de geesten van de voorouders. Er is iemand overleden, dus het is feest in het dorp. Het leven wordt gevierd. Van 20.00 uur 's avonds tot 6.30 uur 's ochtends is er muziek en drank. Zo gaat dat twee weken door.

Toeristen, zoals wij, komen langs, maar slapen op hun eigen eiland. Een paar keer mogen we met onze gids het dorp in, waar het net lijkt alsof we 200 jaar in de tijd terug stappen. De mensen zijn vriendelijk. Een meisje voelt aan Jolijns haren en veegt over haar huid. Ze kan niet geloven dat het echt is. Wij kopen een paar bakjes, gemaakt van kalebas en zij kopen van dat geld handige spullen in de stad. 

Wij verwonderen ons over deze mooie mensen die het leven vieren. Ze laten hun dagen bepalen door het ritme van de natuur en halen uit elk element hun voordeel, zonder zich ooit te haasten of zich druk te maken om geld, relaties, uiterlijk of een mooi 'lopend huis'. 

Foto’s

4 Reacties

  1. Loes:
    8 januari 2015
    Genieten maar!
  2. Fp:
    9 januari 2015
    En weer schitterende foto's en Joost wat kan je toch prachtig schrijven!
    Veel plezier samen!
    FP
  3. Els Bogaard:
    12 januari 2015
    Kijk daar wordt ik nou verschrikkelijk blij van:van deze verhalen!! Voor mij, mijn oude werkgebied van de medische zending. Ik ken deze plaats pingpe niet.Is het in de buurt van gujaba of Laduani?
    Jullie zijn nu alweer op weg naar Nickerie: swamp en muskieten. Maar je moet er geweest zijn..vooral lekkere roti eten daar.liefs, els
  4. Arianne:
    12 januari 2015
    Het verhaal achter de mensen, wat mooi!
    Jullie hebben het vast erg leuk op jullie avontuur.
    'Genietze' (en doe voorzichtig) ;)
    Groetjes,
    Arianne